De lang
verborgen zomerzon weet eindelijk ruimte te winnen van het woekerende wolkendek
dat de hele winter waarlijk als een verwassen vitrage voor het hemelse blauw
geschoven hing. Het groene gazon van de vredige velden waar de narcissen hun guitige
gele gezichtjes jubelend uitsteken krijgt een gans onnatuurlijke glans. De
bruine basten van de bonkige bomen pronken met hun wollige witte bloeiende bloesempracht
waarin de merel uitbarst in meanderend gezang. Groene loten verschijnen
onverdroten aan de dermate doodgewaande clematis en ik lig met mijn door het
huilen gehavende gezicht in het geurende gras te wensen dat ik er niet was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten